Onze reis van Maleisië en Singapore begon op 27 september 2004.
Met Malaysia Airlines vanuit Amsterdam naar Kuala Lumpur, dit duurde ongeveer 12 uur.
Na de aankomst op het vliegveld van Kuala Lumpur (KLIA) stond onze taxi al te wachten om ons naar het hotel in downtown Kuala Lumpur te brengen.
Kuala Lumpur
We kwamen rond 7 uur ’s ochtends lokale tijd in ons hotel aan (Capitol Hotel).
Omdat we in het vliegtuig niet veel hadden geslapen, zijn we eerst lekker een paar uurtjes gaan slapen om in het ritme te komen.
Het uitzicht vanuit de hotelkamer was erg mooi. We keken uit over de stad en hadden zelfs een goed uitzicht naar de Menara Tower en de Petronas Twin Towers.
Rond 12 uur in de middag hebben we ons hotel verlaten ons Kuala Lumpur te voet te verkennen.
Jeetje, wat is dit een grote stad. We hadden een goede kaart, dus het was eigenlijk heel makkelijk om alle bezienswaardigheden te voet te bezichtigen.
De Petronas Twin Towers zijn echt spectaculair. Zo ontzettend groot en mooi gebouwd.
Deze torens zijn 452 meter hoog en zijn het middelpunt van het Kuala Lumpur City Centre.
De torens zijn geopend in 1998.
Ook zijn we in de Menara Tower geweest. Deze telecommunicatietoren heeft een indrukwekkende hoogte van 421 meter. Het observatieplatform biedt een panoramisch uitzicht over de hoofdstad en de omringende heuvels, tot aan de Genting-hooglanden ten noordoosten van de stad in de Banjaran Titiwangsa. In de toren met islamitische stijlelementen is ook een draaiend restaurant te vinden.
We hebben ook diverse winkelcentra bezocht om een indruk te krijgen van de kleding en de prijzen hier in Maleisië.
In één van de winkelcentra zat op de 7e etage een pretpark met een echte achtbaan die ook nog eens over de kop gaat. Dat was heel apart om te zien.
Die avond hebben we ook in de stad door gebracht.
De stad is heel erg mooi uitgelicht, zeker de Petronas Twin Towers.
Kuala Lumpur – Cameron Highlands
De volgende dag heeft een taxi ons naar het autoverhuur bedrijf gebracht waar onze auto al voor ons klaar stond. Het was een lokaal merk: Proton Waya.
Het was wel erg wennen, want ze rijden daar aan de linkerkant van de weg.
Gelukkig voor ons had de auto een automaat dus we hoefden ons geen zorgen te maken over het schakelen. Ook waren de hendels voor de ruitenwissers en richtingaanwijzers op de Europese wijze aangebracht, dus dat zorgde ook niet voor problemen met de richting aangeven.
We hadden een route kaartje gekregen om de stad uit te komen en richting de Cameron Highlands te komen.
Van de reisorganisatie hadden we een zeer gedetailleerde route beschrijving gekregen en van elke plaats waar we naar toe gingen een aparte kaart met de straten en bezienswaardigheden. Achteraf bleek dit heel erg goed te werken en zijn we (bijna) nooit fout of verloren gereden.
Onze eerste stop was bij de Iskandar waterval. Een mooie brede waterval waar je helemaal naar boven kon klimmen om van bovenaf te waterval te bekijken.
Het leek ons wel een leuk idee om foto’s te maken en te filmen op de rotsen.
Dat was dus bijna fout gegaan, want de rotsen waren erg glad en we lagen bijna samen onderaan de waterval.
De wegen in Maleisië zijn erg goed, dus we hadden weinig problemen met het autorijden.
Je hebt alleen wel een speciaal rijbewijs nodig om in Maleisië te mogen auto rijden. Deze zijn gewoon te koop bij de ANWB en zijn geldig voor 1 jaar.
Cameron Highlands
Aangekomen in de Cameron Highlands zijn we gestopt bij de Cameron Valley theeplantages.
Grote uitgestrekte velden met overal waar je maar kijken kunt theeplanten.
Heel erg mooi om te zien; de velden strekken zich honderden meters uit.
Natuurlijk hebben we daar wat thee gekocht om in Nederland te proeven hoe de thee uit Maleisië smaakt. Achteraf gezien smaakte de thee erg goed.
Hoog in de bergen lag ons hotel: Strawberry Park Hotel.
Een heel mooi hotel met mooie tuinen en hele grote kamers.
Ook was er een indoor zwembad aanwezig, maar dat was zo ontzettend koud dat we de duik maar niet hebben genomen.
Cameron Highlands – George Town (Penang)
Na een goed ontbijt zijn we naar het noorden vertrokken richting het eiland Penang.
Als eerste stop gingen we kijken bij het imposante kalkstenen massief Gunung Tempurung.
Een van de mooiste grottenstelsels, Gua Tempurung hebben we bezocht.
De grot is afwisselend gebruikt door tinmijnwerkers en voortvluchtige communisten en de 1,9 kilometer lange, door de rivier uitgesleten doorgang is nu verlicht en voor publiek toegankelijk. Een pad van beton voert naar de 180 bij 120 meter grote Alam-grot, de grootste van de vijf zalen en loopt langs interessante formaties, zoals gigantische stalagmieten en druipstenen.
Helaas was er geen rondleiding beschikbaar, dus we hebben maar een deel van de grot kunnen bezichtigen.
De tweede stop was bij een schots kasteel genaamd Kellie’s Castle.
Dit kasteel is in 1915 gebouwd door William Kellie-Smith, een rubberplanter die in Malaya fortuin had gemakt. Smith liet Tamils uit het zuiden van India overkomen om het landhuis te bouwen, dat hem aan thuis moest herinneren, maar het is helaas nooit voltooid. Smith overleed tijdens een reis naar Portugal.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden hier door de Japanners mensen geëxecuteerd en daarom beweert men dat het er spookt.
Overal waren ook kogelgaten zichtbaar en er hing een gespannen sfeertje.
Aangekomen in de omgeving van Kuala Kangsar hebben we de Masjid (moskee) Ubadiah bezocht. Dit is een moskee met een enorme gouden koepel die op een heuvel is gebouwd.
Voorbij de moskee loopt de weg om het paleis van de sultan van Perak heen, het strakke, moderne Istana Iskandariah, met zijn nog nauwelijks te herkennen Moorse stijlelementen. Ernaast staat het kleinere, maar veel mooiere Istana Kenangan. De naam betekent ‘paleis van herinneringen’ en dit houden bouwwerk fungeerde als tijdelijke residentie van de sultan tijdens de bouw van het Istana Iskandariah. De oorspronkelijke constructie is opgetrokken volgens de Maleise tradities, zonder dat er een spijker aan te pas kwam en zonder bouwtekeningen. Bij latere renovaties heeft men van deze tradities moeten afwijken, maar het gebouw is nog steeds een prachtig voorbeeld van de architectuur van Perak. Het fungeert nu als een koninklijk museum met een interessante verzameling voorwerpen en foto’s die betrekking hebben op de geschiedenis van de familie van de sultan van Perak.
Het stadje Ipoh staat bekend om zijn grottempels. De natuurlijke grotten in de kalksteenformaties van de Kintavallei, die veel lijken op de kalksteenrotsen van zuidelijk China, hebben als woonplaats van oude volken, maar ook als schuilplaats voor bandieten gediend. Nu zijn ze in spiritueel opzicht belangrijk voor boeddhisten en Hindoes.
Uiteindelijk kwamen we aan bij de zeven kilometer lange Jambatan Pulau Pinang (Penang-brug). Deze brug verbindt het eiland Penang met het vaste land van Maleisië.
Toen kwam het probleem op het eiland. Het zoeken naar het hotel verliep wat moeizaam, want de route beschrijving was niet erg duidelijk en heel veel wegen waren maar een richtingsverkeer.
Uiteindelijk met het kaartje van de stad zijn we aangekomen bij ons hotel: The City Bayview.
George Town (Penang)
De volgende dag hadden we volledig te besteden op dit eiland.
Als eerste zijn we naar Kek Lok Si geweest. Dit een de grootste boeddhistische tempel van Maleisië en een van de grootste van Zuidoost-Azië. De hoofdgebouwen kwamen in 1904 gereed; de in 1930 gebouwde grote ‘pagode van tienduizend Boeddha’s’ is gewijd aan alle verschijningen van Boeddha. De pagode heeft drie bouwstijlen: de basis is Chinees, het middenstuk Thais en de top Birmaans. Helemaal bovenaan in de tempel staat een grote bronzen boeddha van 64 meter hoog.
Iets verderop ligt de 830 meter hoge Bukit Bendera (Penang Hill).
Er was helaas niet zoveel te zien op de top behalve een panorama van zee, eilanden, heuvels en valleien.
De rit naar boven was wel erg leuk: in een tandradbaan naar Zwitsers voorbeeld ontvouwd langzaam het panorama.
Op de heuvel zaten ook veel makaken die maar al te graag gevoerd werden door de toeristen en lokale bezoekers.
George Town – Kota Bharu
De dag erna vertrokken we vroeg in de ochtend om de spits van het eiland voor te zijn voor de reis naar Kota Bharu.
Er waren twee opties: een route over een verharde weg met weinig uitzicht of een binnendoor route over onverharde wegen, maar zeer verrassend en een goed beeld gevend over de binnenlanden van Maleisië.
De tweede route leek ons erg indrukwekkend dus daar hebben we voor gekozen.
De weg liep door kleine dorpjes en over zeer smalle bruggen waar de auto net overheen kon.
Het was erg leuk om te zien hoe de mensen in de binnenlanden leven en hoe de huizen eruit zien.
Niet te vergelijken met de steden zoals Kuala Lumpur of George Town.
Ook deze keer bleek de route beschrijving iets minder duidelijk te zijn dan voorheen.
We hadden een afslag genomen zoals wij dachten in de route beschrijving te staan.
Na een rit van ongeveer een ½ uur zagen we ineens een bord staan met dat we de grens naderden met Thailand.
Dat was niet echt de bedoeling. We zijn maar weer snel omgedraaid om eventuele problemen te voorkomen.
Na de juiste afslag te hebben genomen, kwamen we aan bij ons hotel in Kota Bharu.
Kota Bharu – Kuala Terengganu
Deze dag stond ons een mooie rit te wachten langs de oostkust van Maleisië. We hebben genoten van de mooie uitzichten over de zee en verder aangekomen in ons hotel: Grand Continental lekker uitgerust van de lange reis.
Kuala Terengganu – Kuantan
Na vertrek vanuit het hotel hebben we een bezoek gebracht aan de Masjid Tengku Tengah Zaharah, die ook wel bekent staat als de drijvende moskee, omdat het door de serene witte reflectie lijkt of dit gebouw, met een combinatie van oude en moderne architectuurstijlen, op het water drijft.
Op ongeveer 35 kilometer van Beserah ligt aan de grens met Terengganu het dorp Cherating, een door het toerisme uit zijn voegen gebarsten kampong aan een prachtig halvemaanvormig gouden strand. Cherating was oorspronkelijk vooral een oord voor rugzaktoeristen.
In Kuatan bleek dat we een super de luxe resort hadden waar we twee dagen zouden verblijven: Swiss-Garden resort.
Heerlijke zwembaden, diverse restaurants en een bar waar diverse cocktails werden geschonken.
Kuantan
De tweede dag in Kuantan zijn we met de auto erop uitgegaan om de Sleeping Buddha te bezichtigen.
In een torenhoge kalksteenrots met een grottenstelsel, de Gua Charah, heeft een Thais boeddhistische monnik in de binnenste grot een negen meter lang kalkstenen beeld van de liggende Boeddha gemaakt. De inspannende klim naar boven wordt beloond met een prachtig uitzicht. In de enorme buitenste grot vallen dunne stralen zonlicht naar binnen door spleten in het honderden meters hoge plafond.
Kuantan – Singapore
We zijn verder naar het zuiden gereden voor een bezoek aan Singapore.
Omdat je Singapore niet binnen mag met een Maleisische auto, moesten we onze auto in een garage plaatsen en met een speciale taxi naar Singapore gebracht worden.
De taxi chauffeur zette ons af bij ons hotel in Singapore: Allson Hotel.
Na ingecheckt te hebben, zijn we de stad gaan bezichtigen.
In Singapore rijden speciale busjes waar je voor ongeveer 10 Singapore dollars een hele dag de stad kunt bezichtigen en uit kunt stappen bij diverse uitstappunten. In het busje wordt ook verteld wat je op welk punt kunt bezichtigen en je hebt ook een plattegrond waardoor je beter weet waar de verschillende dingen te zien zijn.
We hebben alle uitstappunten bezichtigd en een goed beeld gekregen van Singapore.
In het centrum van Singapore is een groot winkelcentrum en in het midden staat een heel grote fontein. We hadden alleen de pech dat de fontein het niet deed. Ook zijn we door Chinatown en Little India gelopen. Hier zijn de culturen van China en India volledig geaccepteerd door de mensen van Singapore.
Ook hebben we een bezoek gebracht aan de Singapore Botanic Gardens. Dit is een heel groot park aan de rand van Singapore waar de lokale mensen komen om even tot rust te komen of lekker met de hond te wandelen.
Er zijn heel veel verschillende bomen, planten en bloemen te zien en er zijn diverse soorten kleine watervallen aanwezig.
Ook kan er een bezoek brengen aan de Orchideeën tuinen.
Hier bloeien allerlei soorten orchideeën in alle geuren en kleuren die je je maar kunt indenken.
Het is een mooie plek om te ontsnappen aan de drukte van Singapore.
Singapore – Melaka
Na het ontbijt hebben we een taxi genomen om terug te gaan naar Maleisië en om onze auto op te pikken voor de reis naar Melaka.
Aangekomen in het middelpunt van Melaka vallen meteen de terracottakleurige gebouwen op. De architectuur is overduidelijk Nederlands.
Het grote gebouw op het oude marktplein is het Stadthuis (van circa 1650). Tegenwoordig is er het Historisch, Etnografisch en Literatuur Museum in gevestigd.
Haaks op het stadhuis staat de Nederlandse Hervormde Kerk (Christ Church), ook weer van dezelfde rode kleuren waarvan de bakstenen per schip helemaal vanuit Nederland werden aangevoerd.
Op het plein stond ook een kleine uitvoering van de Nederlandse molen en overal stonden mooie, geurende bloemen.
Je kon ook een rondrit krijgen in verschillende felgekleurde en versierde riksjas.
Sepang Formule 1 circuit
Omdat wij grote fans van Formule 1 zijn, werd een droom van ons werkelijkheid. We konden naar een groot Formule 1 circuit: Sepang, vlakbij de luchthaven van Kuala Lumpur.
We kregen een visitorspas en zijn als eerste in het museum gaan kijken. Hier stonden een twintigtal oude auto’s. Ook werd de historie van het Sepang circuit verteld.
Daarna was het toch echt zover om het circuit te bekijken.
Er waren meteen een aantal dingen die opvielen: de mooie hoofdtribunes en de grote paal met daarop aangegeven welke rijder op welke plek rijdt.
We zijn de tribunes opgeklommen en keken meteen uit op de pitstraat. Wat is dat klein in het echt! De baan is ook niet al te groot, want het loopt in diverse bogen waardoor het eigenlijk maar een klein oppervlak beslaat.
Ik ben zelfs op de VIP tribune geweest waar je een heel mooi overzicht hebt op de baan.
Helaas was er geen race, dus hebben we de auto’s erbij moeten verzinnen, maar we kijken nu elke keer toch heel anders naar de Formule 1 race in Sepang.
Op naar het vliegveld voor de vlucht naar het eiland Langkawi.
Langkawi
Aangekomen op Langkawi werden we met een taxi naar ons resort gebracht: Berjaya Langkawi Beach & Spa Resort.
Dat was echt een heel mooi resort. De huisjes lagen grotendeels tegen de bergen op en het uitzicht was prachtig.
We hadden regelmatig wilde apen op bezoek in de tuinen onder en naast de huisjes, maar ze vallen de mensen niet lastig en eten lekker wat bladeren en vruchten.
Het zwembad was erg mooi aangelegd met een waterval en een bar in het zwembad. Het strand was ook erg mooi en daar kon je onder rieten parasols van de zee en het heerlijke weer genieten.
Na twee dagen rust wilden we graag het eiland gaan bekijken. We hadden voor een dag een auto gehuurd om het hele eiland te bekijken. Dit is in 1 dag goed te doen, het eiland is ongeveer 32.00 hectare groot.
In de hoofdstad Kuah kun je taxfree shoppen. Hier zijn verschillende souvenirs winkels, kledingwinkels, supermarkten, enzovoort.
Er zijn heel veel dingen te bezichtigen op Langkawi.
De watervallen zijn er ten in vele getale: Air Terjun Temurun, Durian Perangin, Seven Wells en de Air Terjun.
Er zijn ook diverse dierentuinen op het eiland.
Als eerste heb je de Crocodile Farm.
Hier leven honderden krokodillen in grote water bassins. Er wordt ook twee keer per dag gevoerd aan de krokodillen en twee keer per dag is er een voorstelling waar verschillende trucs worden getoond met de krokodillen, waaronder aaien, kussen en de hand in de bek steken.
Langkawi Bird Paradise biedt aan vele vogels een tehuis.
Ze hebben diverse papegaaien, kleinere tropische vogels, watervogels, uilen, roofvogels en nog vele anderen. Het is er erg leuk om rond te lopen en er is een grote overdekte tropische tuin waar de vogels los rondvliegen.
Langkawi underwater world heeft heel veel verschillende soorten vissen tot hun beschikking. Van kleine Nemo visjes tot hele grote monstervissen, waar we de naam niet van kennen, maar we weten wel dat ze heel erg lelijk zijn. Je kunt in een grote glazen koepel tussen de vissen lopen en ze goed bekijken. Waar je maar kijken kunt zijn kleine aquariums met daarin allerlei kleine visjes met de meest diverse kleuren en vormen die je maar bedenken kunt.
Iets wat je zeker moet bezichtigen op Langkawi is het Tanjung Rhu Beach. Dit is het mooiste strand van het eiland en als je geluk hebt net als wij, is er helemaal niemand op het strand en kun je in alle rust genieten van dit prachtige strand.
Om een goed beeld te krijgen van de grootte van het eiland kun je met de Langkawi cable car tot 709 meter boven de zeespiegel over het eiland heen kijken.
Je gaat met een soort dichte skiliften naar boven en dan kun je over het hele eiland heen kijken.
Erg mooi om te zien en als het zicht goed is, kun je ook de omliggende eilanden zien.
Na nog twee dagen rust is de laatste dag op Langkawi aangebroken.
Tijdens de koffers inpakken had ik het gevoel alsof ik bekeken werd en toen ik op keek richting ons balkon, zat daar, op zijn gemakje, een aap te kijken wat ik allemaal aan het doen was.
We schrokken van elkaar, maar het was wel heel grappig om dit zo mee te maken.
Na de lunch zijn we door de taxi opgepikt en naar het vliegveld van Langkawi gebracht.
Eerst van Langkawi naar Kuala Lumpur gevlogen en toen overgestapt voor de laatste toch van deze reis, terug naar Nederland.
Na drie weken zijn we tot de conclusie gekomen dat Maleisië een heel mooi land is, waar je makkelijk zelf alle dingen kunt bezichtigen met een eigen auto en op je eigen tempo.
De wegen zijn er erg goed en de borden zijn zeer duidelijk.
De keuken was zeer verrassend, zeker gezien het feit dat wij er tijdens de Ramadan waren en iedere avond hele grote buffetten werden geserveerd met allerlei soorten vlees, vis en groenten.
We hadden helaas niet de mogelijkheid om naar Taman Negara te gaan. Dit zijn de oerwouden midden in Maleisië. Maar onze jungle tocht heeft dit helemaal goed gemaakt, zeker gezien de ontmoeting met de wilde orang oetans.
Een land wat zeker de moeite waard is om te bezoeken.
Via onze foto galerij proberen we iedereen nog een beter beeld van dit mooie Maleisië te geven.